Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [12]Alle heidenen hadden mij omringd; het is [13]in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb. 12. Dat is, allerlei of zoveel, dat het scheen, dat zij zich allen tegen mij verbonden hadden; en versta hier inzonderheid de omliggende volken, gelijk de Filistijnen, die hem haatten, en de Amelekieten, die zijne stad Ziklag verbrand hadden, 1 Sam.30: ja ook de velen onder de Israelieten, die Saul hielpen toen hij David vervolgde. 13. Dat is, mij verlatende op den Heere, mijn noodhelper, gelijk hfdst.20 vs.6. Zie ook 2 Kon.2:24.